Webshop

Het merk Highland Queen ontstond in 1893. In dat jaar besloot Roderick Macdonald in whiskyzaken te gaan en zijn eigen whisky te blenden. De firma kreeg de naam Macdonald & Muir Ltd. en na tien jaar had Macdonald zijn blends dusdanig ontwikkeld dat hij geloofde dat hij met zich met succes op distillatie kon gaan richten. Dit resulteerde in de aankoop van de Glenmorangie distilleerderij om te voorzien in de basis van zijn blends. Highland Queen was gedurende het grootste gedeelte van de twintigste eeuw het vlaggenschip van de firma. De merknaam werd afgeleid uit de associatie van de haven van Leith, waar Macdonald & Muir zich in 1893 vestigde, met de triomfantelijke aankomst in 1561 van Mary Stuart op dezelfde plek. Haar latere kroning tot Queen of Scots creëerde een van Schotlands beroemdste en meest geliefde legendes. Macdonald reisde veel en gebruikte die reizen om zijn merk in verschillende markten te introduceren. Het leidde uiteindelijk tegen het einde van de jaren zeventig tot de wereldwijde verspreiding van het merk. Aan het einde van de eeuw veranderde de focus van de firma en dat leidde tot de geleidelijke neergang van het merk. In 2008 leidde dat tot de verkoop van het merk en de oprichting van The Highland Queen scotch Whisky Company. De Tullibardine distilleerderij werd vanaf toen de nieuwe thuisbasis. Sindsdien zit het merk weer in de lift en werd het nieuwe motto geïntroduceerd: “The result we leave with confidence to your judgement”.
In oktober 1984 begon de productie. De warehouses werden in de winter van 1898 en 1899 gebouwd. In die jaren werkte er zelfs 19 personen op de distilleerderij. Knockdhu werd in die tijd dan ook als model distilleerderij gezien. De enige sluitingen waren die tijdens de oorlogsjaren door gebrek aan graan. In de tweede wereldoorlog waren er in de gebouwen van de distilleerderij soldaten van het Indiaanse leger gestationneerd, die in de Knock Hills oefenden. In 1940 werd de distilleerderij op het elektriciteitsnet aangesloten in 1950 werd het mashhouse verbouwd en in 1964 het stillhouse. De stills werden in 1968 vernieuwd en de moutvloeren werden in het jaar 1968 verwijderd. In 1972 werden de stills van kolen gestookt naar stoom omgebouwd. De Knocdhu distilleerderij werd in mei 1983 gesloten. Inver House kocht in 1985 de distilleerderij en na een grondige renovatie werd Knocdhu weer in 1989 in gebruik genomen. In het stillhouse staat nu slechts één wash still en één spirit still, die beide met stoom worden verhit. De zes washbacks zijn van larikshout gemaakt. De voor de rijping gebruikte vaten zijn refill- en soms wat nieuwe bourbon vaten. Het water voor de bereiding van de whisky haalt men uit zes verschillende bronnen, die in de Knock Hill ontspringen. Voor het koelwater gebruikt men het water uit de langsstromende beekjes, die door regenwater uit de bergen gevoed worden. Er wordt slechts 5% als single malt gebotteld. In 1994 veranderde men de naam van deze malt Knocdhu geheten in An Cnoc om zodoende verwarring te voorkomen met de malt van de Knockandu distilleerderij. De single maltwhisky van An Cnoc heeft een constante en evenwichtige kwaliteit, de smaak wordt gemarkeerd door tonen van bier en gistcellen, die door de gisting samengesmolten zijn.
De “Peter Arkle Series” is een samenwerking tussen de Knockdhu distilleerderij en de bekende Schotse tekenaar. Dit is de derde in de serie en werd in 2012 geïntroduceerd op de TFWA World Exhibition in Cannes. Hij is speciaal ontwikkeld voor de travel retail en dat uit zich in de verpakking. Peter Arkle liet zich inspireren door de combinatie van reizen en verpakken. Het resultaat, als motief op de koker, is zijn interpretatie van een ouderwetse, handgemaakte leren reistas. De whisky is volledig gerijpt op first-fill bourbon-vaten, is niet koud gefilterd en heeft zijn natuurlijke kleur.